Rechtlijnige kantenslijpmachines

Aanbevelingen voor de verhoging van de standtijd van de gereedschappen en de verlenging van de levensduur van uw glasbewerkingsmachines.

 

 

Onderhoud SLE download

 

DAGELIJKS ONDERHOUD

  • Open de deurtjes die toegang geven tot de schijven.
  • Controleer de laagdikte van de diamantschijven, dit is vooral van belang bij dik glas. Een afname van 3 mm is geen uitzondering en om dit werk te kunnen uitvoeren is dus een minimale laagdikte van > 3 mm vereist.
    Besteed vooral extra aandacht aan gesegmenteerde schijven. Door de constructieaard van sommige diamantschijven kan de overgang tussen diamant en body niet horizontaal, maar diagonaal verlopen. Hierdoor lijkt, bij zijaanzicht, de schijf nog voldoende diamant te bezitten echter bij bovenaanzicht kan de body (glanzend) al zichtbaar zijn.
    Aan te bevelen is om bij controle van de schijven de glasdikteverstelling maximaal te openen. Met behulp van een zaklantaarn kunt u goed tussen transportkettingen heen boven op de schijven kijken. Glimmende plekken en eventuele beschadigingen zijn aldus zichtbaar.
  • Vervang, indien nodig, versleten schijven door nieuwe en let er op dat de nieuwe schijf een identieke korrelgrootte bezit.
  • Verwijder eventueel aanwezige stukken glas of opeenhopingen van glasslijpsel.
  • Controleer bij eventuele glasbreuk de transportkettingen. Vooral bij dik glas (15-19 mm) kan er een glassplinter in blijven zitten die op zijn beurt weer tot hernieuwde glasbreuk kan leiden.
  • Let bij variabele verstekslijpmachines vooral op de rubberen spindelmanchetten; deze moeten absoluut vrij zijn van glassplinters of –slijpsel. Ook zonder glasbreuk kunnen er splinters ontstaan daar deze machines ontworpen zijn om grote hoeveelheden glas per keer weg te nemen. Controleer bij dit type machines dus altijd de spindelmanchetten voordat u de machine verstelt.
  • Reinig de diamantschijven met behulp van een rectificeersteen (Ook bij Febac verkrijgbaar).
    Om gevaarlijke situaties te vermijden, adviseren wij u hiertoe bij voorkeur een met water volgezogen rectificeersteen met grote afmetingen (meermaals) door de machine te laten lopen (net als een glasplaat).
    In het geval dat u dit rectificeren toch manueel wilt doen, onderbreek de watertoevoer door de stekker van de waterpomp uit te trekken of door de schakelaar op het bedieningspaneel van de machine te bedienen. Let op restwater en slijpsel dat nog uit de schijven geslingerd kan worden en houd de rectificeersteen gedurende ± 5 sec. tegen de draaiende schijf. Indien nodig, dit herhalen. De schijf is schoon als de rectificeersteen lichtgrijs van kleur blijft.

danger_symbol_50

DRAAG TIJDENS HET RECTIFICEREN EEN VEILIGHEIDSBRIL EN LET ER OP DAT LOSZITTENDE KLEDING OF UW HANDEN NIET TUSSEN DRAAIENDE DELEN KUNNEN GERAKEN !!!!

  • Polijstschijven hoeven normaliter minder te worden gereinigd, bijv. na verglazing of inbranding op het glas (glazig oppervlak) of als ze door te vuil of te vettig water (teveel slijp- of smeerolie) dichtgeslibd zijn. Als gelaagd glas geslepen wordt, moeten de polijstschijven vaker gereinigd worden.
  • Controleer of de uitstroomopeningen van de waterpijpen open zijn en reinig deze eventueel. Hiervoor schakelt u de machine op “pompen”, zonder dat de gereedschappen draaien. Nu kunt u zonder gevaar de positie van de waterstraal en de waterpijpjes controleren en instellen. Zet na afloop de schakelaar weer terug in de originele stand en sluit de toegang naar de slijpschijven.
  • Indien niet automatisch in de besturing van de machine voorzien, verstel de machine nu enige malen van de minimale naar de maximale glasklemming. Stel de machine vervolgens op de te bewerken glasdikte in en houd er rekening mee dat u deze altijd van dik naar dun glas instelt. Aldus wordt eventuele speling in de voorbrug opgeheven. Wanneer u dus de machine van 6 naar 15 mm glasdikte verstelt, moet de machine eerst naar 17 mm versteld worden en vanuit 17 mm terug naar 15 mm.
  • Stel nu de gewenste afname in en start het transport.
  • Controleer, als het transport gestart wordt, indien de machine van een automatisch smeersysteem is voorzien, of de oliedrukmeter uitslaat. Bij oliesmering d.m.v. een handpomp drukt u de hendel één maal achterover en let u erop dat de hendel langzaam in de uitgangspositie terugkeert. Zet de hendel van het smeersysteem ’s morgens en ’s avonds een half uur in de stand ”gehele machine smeren” en de rest van de dag in de stand “transport smeren”. Bij een handpomp moet de smeerpomp elk half uur bediend worden.
  • Stel de juiste transportsnelheid in voor de geplande glasdikte.
  • Slijp een stuk glas en controleer de juiste afname. Indien deze niet juist is, maak dan een nieuwe nulinstelling.
     
  • Nulinstelling maken:
    • Stel de afname van de inloop in op 0 mm afname.
      Indien aanwezig, draai de persluchtregelaar van de polijstspindels dicht en draai de diamantschijven één slag naar beneden. Laat nu een stuk glas in de machine lopen en stop de machine als het glas boven alle diamantschijven van de kantbewerking is.
    • Open de deurtjes van de diamantschijven en draai de schijven langzaam naar het glas toe, terwijl u de diamantschijven langzaam naar links en rechts draait. Wanneer u een schurend geluid hoort dan is de hoogte correct. Stel vervolgens de onderlinge afname van de schijven in aan de hand van het aantal beschikbare diamantschijven:
      • Machines met 1 diamantschijf voor de kantbewerking:
        Gehele afname door één schijf
      • Machines met 2 diamantschijven voor de kantbewerking:
        Draai de eerste schijf ½ - ¼ slag (0,2 – 0,4 mm) terug en wijzig de stand van de fijne schijf niet.
      • Machines met 3 diamantschijven voor de kantbewerking:
        Draai de eerste schijf ¾ slag terug, de tweede schijf ½ slag terug en wijzig de stand van de fijne schijf niet.​

Let hierbij op de aanwijzingen van de machinefabrikant of de gereedschapleverancier.
De schijven moeten in principe zo ingesteld worden, dat elke volgende schijf de bewerkingssporen van de voorgaande verwijdert.
Laat vooral de laatste, fijne schijf niet teveel glas weg slijpen. Dit kan tot deformaties (afgeronde hoeken) aan het begin en aan het einde van het glas leiden. Bij een fijne bakelietgebonden schijf maximaal 0,1 tot 0,2 mm afname en bij een fijne metaalgebonden diamantschijf maximaal 0,2 tot 0,4 mm.

  • Laat het glas nu terug naar de inloop uit de machine lopen. Stel de gewenste glasafname in en laat het glas opnieuw de machine in lopen.
    Stop de machine als het glas boven de polijstschijven staat. Draai de polijstschijven omhoog totdat ze het glas raken en draai ze dan één slag terug. Start de machine weer en laat het glas eruit lopen.
    Controleer of de afname correct is en ook of de voor- en achterzoom even breed zijn. Wanneer dit onder uitsluitende gebruikmaking van de diamantschijven correct is, kunnen de polijstschijven ingeschakeld worden:
    • Bij een machine met pneumatisch gestuurde polijstschijven: draai dan de drukregelaars van de polijstspindels weer op de normale werkdruk en slijp een proefstuk om de polijstkwaliteit te beoordelen.
    • Bij een machine met een vaste instelling van de polijstschijven: draai de polijstspindel omhoog als het glas zich boven de desbetreffende polijstschijf bevindt en stel de polijstdruk in m.b.v. de dienovereenkomstige ampèremeter. 

 

WEKELIJKS ONDERHOUD

  • Reinig de schijvencompartimenten en verwijder glasslijpsel en/of stukken glas.
  • Open de glasklemming maximaal en spuit van boven, tussen de kettingen door, de borstels en de afdichtingen schoon.
  • Verwijder het water uit de watertanks en verwijder alle glasslijpsel uit de tanks.
  • Verwijder een eventueel aanwezige vettige aanslag m.b.v. wasbenzine of een andere  ontvetter (LET OP: BRANDGEVAAR!!!).
  • Controleer de luchtverzorgingseenheid, reinig deze en vul deze eventueel met olie bij.
  • Smeer de machine op de aangegeven punten (1 x pompen per smeernippel)
  • Controleer de transportkettingen op beschadigingen van de klemvlakken.
  • Verwijder aan voor- en achterkant van de machine een afdekplaat en controleer of de kettingen en vooral de glijvlakken goed gesmeerd zijn. Indien nodig, kunt u deze met een harde borstel en een reinigingsmiddel, dat kunststof niet aantast (bijv. spiritus), reinigen.
  • Verstel alle mogelijke instellingen van de machine enige malen van de maximale naar de minimale waarde en terug.
  • Controleer ook de smering van het achterkettingblok (boven, beneden en in het midden). Indien nodig, smeer de achterketting met een kwast met ketting olie (bijv. Tonna 220-olie) en controleer het smeersysteem.
  • Start nu de machine en let op abnormale geluiden tijdens het aanlopen van de spindelmotoren. Een fluitend geluid is te verhelpen door de betreffende aandrijfriem (bij indirect aangedreven motoren) te spannen. Hierdoor lost u – bij uitgeschakelde machine – de schroeven van de aandrijfmotor enigszins, drukt de motor naar beneden en draait de schroeven weer aan. Indien u niet weet bij welke motor het fluitende geluid hoort, open dan de schakelkast en zet de hoofdschakelaar met de hand om, zodat er spanning op de machine staat en schakel één voor één de motorenrelais (zie elektr. schema) in, of laat een collega controleren welke motor aanloopt na inschakeling van een relais. Noteer dan op het relais bij welke motor dit hoort.
  • Indien een motor tijdens het aanlopen thermisch overbelast raakt en hierdoor uitvalt, controleer dan bij uitgeschakelde machine of de slijpschijf makkelijk te draaien is. Gaat dit moeilijk, verwijder dan de aandrijfriem, schakel de beveiligingsschakelaar weer in en start de motor opnieuw. 
  • Voer tevens het dagelijkse onderhoud uit.

 

MAANDELIJKS ONDERHOUD

  • Verstel alle spindelhoogte instellingen enige malen van maximale naar minimale maat.
    Bij oudere machines met dubbele spindels gaat u als volgt te werk: demonteer de schijven en de draagring van de buitenste diamantschijf en reinig deze. Trek nu met de hand, of duw eventueel met een stuk hout de binnenste as omhoog, totdat de twee helften van de labyrintafdichting  ± 1 cm uit elkaar getrokken zijn. Spuit nu wat kruipolie op de as en beweeg de as enige malen op en neer. Wanneer u de as loslaat moet deze snel terugschieten. Vet de binnenkant van de draagring en de montagevlakken van de schijven licht in en monteer ze weer in omgekeerde volgorde op de assen.
  • Controleer het oliepeil en vul, indien nodig, olie bij. Controleer oliepomp, motorvariator (olie tot ¼ van het kijkglas) en de olie in de tandwielkast. Wanneer u in de vulopening kijkt, moeten de bronzen tandwielen in de olie draaien.
  • Controleer de spanning van de voor- en de achterketting. Een te losse ketting leidt tot onnodige slijtage.
  • Maak een nieuwe nulinstelling en controleer of de machine haaks slijpt. Indien dit niet het geval is, stel de inloop dan eventueel bij.
  • Controleer de rubberen drukstukken van de inloop (inden aanwezig). Ingesleten rubbers kunnen ook tot het niet haaks slijpen leiden. Monteer, bij gedeeltelijke montage van nieuwe rubbers, deze nieuwe rubbers afwisselend tussen de oude (één oude, één nieuwe).
    Als de machine op het einde teveel afneemt, moet het uiteinde van de inloop iets hoger gezet worden. Let er echter op dat een te slijpen en te meten stuk glas ook daadwerkelijk over de gehele lengte geslepen wordt en stel de afname desnoods op 3 of 4 mm in.
  • Voer tevens het wekelijkse onderhoud uit.

 

1/2 JAARLIJKS ONDERHOUD

  • Controleer de werking van het smeersysteem en of de openingen niet verstopt zijn.
  • Verwijder vuil, glasslijpsel en dergelijke uit de achter- en de voorbak van de machine, zodat de voor- en achterketting niet door een laag vuil heenlopen.
  • Controleer of de lekwateropeningen niet verstopt zijn.
  • Reinig de afvoerslangen van het lekwater van voor- en achterketting en van in- en uitloop.
  • Controleer V-snaar, aandrijfriem, motorvariator en spindels.
  • Voer tevens het maandelijkse onderhoud uit.

JAARLIJKS ONDERHOUD

  • Reinig het complete watersysteem en demonteer alle waterleidingen en –pijpen.
  • Controleer afdichtingen en borstels en vervang deze eventueel.
  • Controleer de geleidingen van de machine.
  • Vervang, indien van toepassing, de messing geleidestrippen van de achterketting.
  • Controleer de kettingplaten op slijtage aan voor- en achterzijde.
  • Verwijder vuil en slijpsel uit de in- en  uitloop (demonteren) en vet de glijvlakken van in- en uitloop in.
  • Ververs de olie van de tandwielkast en van de motorvariator (moet ook na de éérste 100 uur gewisseld worden).
  • Voer tevens het ½ jaarlijkse onderhoud uit.

 

​Wij wensen u veel succes bij het werken met uw machine.